Gezamenlijke werkagenda

In februari 2023 hebben de Autoriteit Consument & Markt (ACM), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Zorginstituut Nederland (ZIN) naar aanleiding van de motie Kuiken een gezamenlijke werkagenda over maatschappelijk aanvaardbare prijzen van en uitgaven aan geneesmiddelen aan de Tweede Kamer gestuurd. Daarin staan de thema’s waarmee we, samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), aan de slag zijn gegaan.

Achtergrond

De gezamenlijke aanpak is een vervolg op de maatregelen die de overheid al heeft genomen om grip te krijgen op geneesmiddelenprijzen en -uitgaven. Zo gebruikt ZIN voor de beoordeling voor opname van dure geneesmiddelen in het basispakket onder andere kosteneffectiviteit als pakketcriterium en heeft de adviescommissie pakket (ACP) van het ZIN een argumentenkader ontwikkeld. De ACM heeft een leidraad gepubliceerd die de mogelijkheden van partijen in het veld beschrijft om binnen de concurrentieregels gezamenlijk geneesmiddelen voor de medisch-specialistische zorg in te kopen. De NZa signaleert en rapporteert zeer regelmatig over de geneesmiddelenuitgaven. Het ministerie van VWS heeft nieuwe wetgeving gemaakt voor een geneesmiddelensluis en voert prijsonderhandelingen. Al deze maatregelen hebben echter niet altijd voldoende effect.

Geneesmiddelen hebben een belangrijke rol in de zorg. Met geneesmiddelen kunnen we ziektes behandelen, ziektes voorkomen, klachten verminderen en de kwaliteit van leven verhogen. Maar veel nieuwe geneesmiddelen zijn heel duur. Vaak weten we niet of ze goed genoeg werken, voor wie ze werken en hoe lang ze werken. De uitgaven aan dure geneesmiddelen stijgen al jaren sterker dan de andere uitgaven aan zorg en de overheid krijgt hier te weinig grip op. Ook voor de komende jaren worden aanzienlijke uitgavenstijgingen voorspeld. Wij vinden dat zorg waarde moet toevoegen aan de gezondheid van mensen en tegen een redelijke prijs beschikbaar moet zijn. In het geval van (dure) geneesmiddelen is dat nu niet altijd het geval.

ACM, NZa en ZIN willen daarom op een transparante en maatschappelijk gedragen manier identificeren welke uitgaven wel en niet maatschappelijk aanvaardbaar zijn en hier vervolgens ook consequenties aan verbinden. Dit is in het belang van de burger. Iedereen die in Nederland woont of werkt wil immers toegang tot werkzame geneesmiddelen en betaalt daarvoor mee aan de zorg uit het basispakket, via de zorgpremie en via belastingen. Het beschikbare zorgbudget kan maar één keer worden uitgegeven. We streven daarbij naar een goede relatie tussen kosten en effecten, zoveel mogelijk gezondheidswinst voor de samenleving en naar een rechtvaardige verdeling van het zorgbudget. Daarom is het belangrijk dat objectief wordt beoordeeld wat de meerwaarde is van nieuwe geneesmiddelen. Werken de geneesmiddelen zo goed dat we ons gezamenlijke geld eraan willen uitgeven? En is de vraagprijs van het geneesmiddel daarbij ‘maatschappelijk aanvaardbaar’?

Aan de aanbodkant wordt de ontwikkeling van nieuwe middelen nu vaak bepaald door het verwachte financieel rendement. Vraagprijzen van geneesmiddelen waarvoor marktexclusiviteit geldt, zijn meestal gebaseerd op wat de fabrikant verwacht dat de samenleving maximaal bereid is ervoor te betalen. Plus een eventuele opslag, omdat men weet dat over de prijs nog wordt onderhandeld. Een steeds hoger kostenbeslag, aanzienlijke onzekerheden in wetenschappelijke onderbouwing en maximaal opgerekte exclusiviteitsperiodes voelen voor de samenleving niet meer als redelijk en aanvaardbaar. Ook omdat de steeds stijgende uitgaven aan dure geneesmiddelen andere zorg kan verdringen die per uitgegeven euro meer gezondheidswinst oplevert.

Wij werken aan aanvullende kaders voor wat maatschappelijk aanvaardbaar is als het gaat om uitgaven aan en prijzen van geneesmiddelen. Tot op heden kijken we onder meer naar de ernst van de ziekte en de verhouding tussen de kosten en effecten van een geneesmiddel en stellen op basis daarvan vast of de prijs acceptabel is. In het nog op te stellen kader zoeken we naar meer mogelijkheden om vast te stellen of uitgaven aan geneesmiddelen en prijzen van geneesmiddelen passend zijn. In het kader verkennen we welke elementen nog meer een rol kunnen spelen om tot een maatschappelijk aanvaardbare prijs te komen. Dat kunnen bijvoorbeeld nieuwe aspecten zijn in bestaande elementen, zoals onzekerheid over effectiviteit, maar kunnen ook nieuwe elementen zijn die te maken hebben met solidariteit, redelijkheid van prijs of het competitieve landschap. Ook is meer aandacht nodig voor factoren die ten onrechte het ontstaan van voldoende concurrentie tegengaan. Een advies over dit kader zal worden uitgebracht aan de minister.

een initiatief van